Lesotho/Semonkong Lodge
Door: Jinny
Blijf op de hoogte en volg Jorrit en Jinny
10 Augustus 2016 | Zuid-Afrika, Semonkong
We genieten eerst nog van een lekkere cappucino en koffie in Clarens met prachtig uitzicht op Drakensbergen. Het is een flinke rit, ik rijd het eerste gedeelte tot aan de grens met Lesotho. Hetzelfde riedeltje, eerst naar de paspoortcontrole, daarna door de douane. Weer een stempel erbij ;-). We rijden door Maseru heen, een drukke maar armoedige ogende stad. Snel rijden we er doorheen. In Roma stoppen we even voor een reep en een colaatje. Als we de stadjes uit gereden zijn, wordt het al snel bergopwaarts. Flink stijl. Al snel rijden we op zo’n 2800 meter en zien we de sneeuw liggen. Heel bijzonder want er is afgelopen .. jaar geen sneeuw gevallen in Zuid-Afrika. We stoppen voor een plaspauze en sneeuwballengevecht. Helaas val ik de auto uit in mijn enthousiasme een sneeuwbal naar Jorrit te gooien terwijl hij staat te plassen. Ik val met mijn kont in de sneeuw en alles is dan ook gelijk koud en nat. Maar het lukt me wel vanaf de auto een sneeuwbal op Jorrit’s hoofd te gooien terwijl hij staat te plassen. Hilarisch. Helaas houd ik er wel een sneeuwblaar aan over, wist niet dat het kon, heel bijzonder om te ervaren. Na het sneeuwballen gevecht en wat foto’s vervolgen we koukleumend de rit. Een super mooie rit en er ligt nog een dik pak sneeuw op de bergtoppen. We komen vervolgens aan in het dorp Semonkong waar het werkelijk ‘zwart’ ziet van de mensen, er is een marktje gaande. Ik denk in eerste instantie dat we er maar snel doorheen moeten, voordat we beroofd worden of iets dergelijks. Een slecht vooroordeel, want wanneer we even later door een diepe blubberige plas moeten en we de verkeerde route nemen en vast komen te staan met het ‘beest’, komen er al direct meerdere jongetjes aan rennen met laarsjes aan die vragen of ze ons moeten helpen. De jochies zijn varierend van 10 tot 14 jaar oud schat ik zo in en duwen uit alle macht tegen het beest aan maar er is geen beweging in te krijgen. Ik begin ‘m ondertussen te knijpen want vaststaan in Lesotho is niet zo’n pretje, ik denk niet dat ze hier wegenwacht kennen. De jongetjes leggen stenen onder de wielen van ons beest in de hoop dat we daardoor meer grip hebben. Ook dit werkt niet. Dan komt uit de hemel geroepen een 4x4 wagen voorbij gereden, die met gemak door de plas blubber rijdt, er zitten zo’n 5 a 6 gasten in de wagen. We gebaren uit alle macht dat ze moeten stoppen, gelukkig doen ze dit en twijfelen geen seconde als we vratgen of ze ons willen helpen. Godzijdank hebben we touw in het beest liggen. Jorrit maakt het touw vast aan de trekhaak van de 4x4 van onze helden en aan ons beest. Dat is even een karweitje om goed te doen. Daarna gaat Jorrit achter het stuur zitten en trekken onze helden ons al snel uit de blubber. Want een opluchting en wat zijn we blij. Iedereen juicht en klapt en uit dankbaarheid betalen onze helden 100ZAR waar ze mega blij mee zijn. Jorrit geeft de jochies allemaal een muntje van 1 of 2 ZAR. Ook zij zijn helemaal blij, maar niet zo blij als ons. We vervolgen onze rit en komen na een aantal kilometers aan bij Semonkong Lodge. Schitterend gelegen aan een meer, er ligt overal veel sneeuw. We zijn de enige kampeerders dus hebben het rijk alleen. De lodges zijn wel allemaal bezet, jawel door Nederlanders. De faciliteiten zijn erg, erg primitief, maar de lodge manager en andere medewerkers zijn super behulpzaam en vriendelijk. We maken ook kennis met de lodge kater, Butterscotch. Een super grappige en vriendelijke afrikaanse kater. We sluiten al snel vriendschap. Als Jorrit en ik even later een stuk langs de rivier en het gebergte gaan lopen, komt hij dan ook vrolijk met ons meegelopen. Hij is erg onder de indruk van Jorrit en wijkt dan ook niet van zijn zijde. Als wij een pauze nemen en even van de prachtige omgeving genieten, wacht hij keurig op ons en vervolgt gelijktijdig met ons de weg langs het meer. Als we hem even later ‘kwijt’ zijn en we hem roepen komt hij als een speer aan gegalopeerd en maakt mega grote sprongen. Onwijs grappig. We genieten beide van het gezelschap van Butterscotch. Het begint ondertussen donker en koud te worden dus we lopen terug naar de camper. We maken een kampvuurtje, drinken een biertje en whiskeytje en Jorrit geniet van een nederlands sigaartje. Rond half 7 gaan we eten in het restaurant. Wat een geweldige sfeer hangt daar. Een grote ruimte met in het midden een open haard. Een apart bargedeelte en een pooltafel aan de zijkant. Het is wel koud in het restaurant, ondanks de open haard. Het eten is heerlijk. We beginnen met een goed gevulde groentensoep met bonen voor mij en piri piri kippenlevertjes voorJorrit, heerlijk. Daarna krijt Jorrit lambribs en aardappelpuree en groenten en ik porkbelly met rijst en groenten. Mijn gerecht is werkelijk subliem, lang geleden dat ik zo’n lekker gerechtje op heb. Dat van Jorrit is matig helaas. Als toetje krijgen we warme apple crumble, drijvend in de room. Beetje too much. Na het eten snellen we naar de pooltafel want er stapt net een hele invasie hollanders het restaurant binnen. Wel gezellig. We spelen 3 potjes pool die Jorrit allemaal wint, wel op het nippertje, dat dan wel. Ik word naarmate we meer alcohol drinken slechter, en Jorrit beter..typisch. Jorrit besteld een biertje en krijgt een fles van 750ml. Alles moet op van hem, gevolg is dat hij de hele nacht misselijk in bed ligt. Gelukkig kotst ie niet over me heen en heeft de volgende ochtend nergens meer last van. Het vriest en het is koud mega koud. Gelukkig hebben we onze heater en laten deze flink stoken. We slapen onrustig, of het door de alcohol komt, de hoogte waarop we zitten of de koud, geen idee.